26/3 Toerisme en terugvlucht

26 maart 2022 - Cotonou, Benin

Na een (voor de meesten) welkome airco-nacht (sommigen wisten het knopje van de afstandsbediening niet goed staan) maken we ons op voor een uitstap naar Ouidah, naar een suggestie van Maurice. Ouidah is een historische site die zo'n 30 km westwaarts van Cotonou gelegen is. De bezienswaardigheden spitsen zich toe op enerzijds godsdiensten en anderzijds de slavenhandel die hier floreerde gedurende meer dan 300 jaar.

Katholieke godsdienst, islam en voodoo bestaan vreedzaam naast elkaar en worden door de bevolking ook niet als onderling concurrerend ervaren. De python slang speelt een belangrijke rol in voodoo als belichaming van positieve spirituele krachten. Onze gids beklemtoont overigens dat - in tegenstelling tot wat algemeen aangenomen wordt, en misschien ook wat meer opgaat voor de Caribische (van hieruit daarheen geëxporteerde) variant - voodoo beleden wordt als positieve kracht. Geen hekserij en bezweringen maar positieve invloeden die opgeroepen worden door de juiste bomen (die ontspruiten uit overleden oude voodoo priesters) te strelen en vereren, rituelen met stoeten waterhalende maagden en hutjes waar de priester aan één kant binnen kruipt en aan de andere weer buiten. We ontmoeten ook de witte bonenboom, waarvan de langwerpige vruchten niet eetbaar zijn maar wel tot een zalfje kunnen omgevormd worden dat onze mannelijke respectievelijk vrouwelijke kenmerken zou accentueren.

De kuststreek rond Ouidah is ook de bakermat van een zéér intensieve slavenhandel die hier werd opgestart door Portugezen, later ook door Engelsen, Fransen, Hollanders en Denen. In de topjaren, einde 18de eeuw werden er jaarlijks zo'n 80.000 slaven verkocht en in die 3 eeuwen werden er om en bij 3,2 miljoen slaven vanuit Ouidah verscheept.  Er zijn restanten van locaties te zien waar slaven werden samengedreven, in ijzers vastgeklonken werden en vastgezet in "transportpositie" (dit is op de knieën) gedurende minstens drie weken als een soort preselectietest voorafgaand aan hun 3 maanden durende transport over de Atlantische Oceaan. De slaven zijn jonge mannen en vrouwen vanaf 12 jaar, die worden aangeleverd door lokale koningen die zich voor deze leveringen laten betalen in natura zoals tabak en katoen. Hun onheilstocht in Afrika eindigt met een drijfjacht langs de zgn. slavenroute tot aan de kustlijn, waar ze met kleine bootjes worden overgebracht naar de grotere schepen. Enkel de sterksten overleven deze helse tocht en behandeling, 1 op 3 haalt het niet. In het ruim van die schepen worden ze in de meest ondenkbare slechte condities - zo'n 600 tot 700 per schip - de Atlantische oceaan over gebracht.

Aan "The point of no return" wandelen wij even tot aan het zeewater in een loodzware hitte. We gaan even zitten in het warme zand en proberen ons voor te stellen welke helse taferelen zich hier moeten hebben afgespeeld. Wij zien er een 10-tal jonge Beninezen spelen met de golven die beuken op het strand Het contrast kan niet groter zijn.

Na onze zeer warme rondleiding volgt een best lekkere en frisse groepslunch in het moderne kunstmuseum van Zinsou.

Na onze terugrit naar Cotonou frissen we ons op in AMCES en houden we een (naar voor geschoven) "laatste avondmaal" met lekkere kip, rijst, groenten en een fruitmacedoine. Het is tijd voor de transfer naar de luchthaven en... dus ook jammer genoeg voor afscheid van Sam en Lisa die nog langer in Benin blijven en de volgende ochtend vroeg met de Baobab bus naar Dassa terugkeren.

De vliegreis naar Brussel verloopt volledig als gepland en op 27/3 staan we weer in Zaventem. De valies van Maurice lijkt niet mee te zijn, maar duikt dan toch nog op. We nemen onderling afscheid, breken met een dubbel gevoel onze FANTASTISCHE groep op om elk huiswaarts te keren, maar we denken verder nog aan Sam en Lisa en hopen snel nog verder van hun Dassa-avontuur te horen. De Whatsapp groep blijft in elk geval bestaan, doorspekt met foto's van zowat elk memorabel- of lachmoment in de voorbije 14 dagen.

Foto’s